Menu Sluiten

Wederom tumultueuze procesdag Gökman T.

De derde dag. De één na laatste dag van het onderzoek in deze zaak, hierna resten nog de laatste eindjes en de uitspraak van de rechter. Daarna zou Gökman in hoger beroep kunnen gaan, iets dat nabestaanden na een heftige zaak over het algemeen als een verzwaring ervaren. Nóg een keer een rechtszaak, nóg een keer alles opnieuw beleven. Maar ook een verdachte, hoe duidelijk zijn schuld ook is, heeft dat recht in Nederland. Dus ook Gökman.

Vandaag is het warmer dan dinsdag en droog. Het is druk op de weg naar de rechtbank in Utrecht. Ook vandaag stroomt de rechtbank langzaam vol met belangstellenden, nabestaanden, advocaten, rechters en pers. Gökman zit in de aparte ruimte waar hij in de afgelopen dagen vaker heeft gezeten. Gekleed in een donker shirt, een donkerblauwe spijkerbroek met een witte riem, agenten om hem heen. Knikkebollend van de slaap of hij doet alsof.

Spreekrecht

Lisa, een volgend slachtoffer neemt plaats achter de microfoon. “Ik vind het jammer dat hij niet in de zaal zit, toch hoop ik dat er iets tot je doordringt. Ik verafschuw jou, niet omdat je in Allah gelooft, maar omdat bent een stuk stront bent. In mijn ogen maakte je bewuste keuzes, dat doe je nog steeds. Lekker voor je dat je mij niet geraakt hebt. Twee keer waren je kogels zó dichtbij, maar ik heb ze weten te ontwijken en jou weten te ontwijken. Zelfs hierin heb je gefaald. Het geschreeuw in de tram is niet in woorden te omvatten. Rinke is ook mijn held door aan de noodrem te trekken. Die dag heeft me óók laten inzien dat ik lieve mensen om me heen heb en hoe mooi het leven is. Volgens mij hoort iedereen bij de maatschappij die erbij wil horen, maar de enige die niet bij kan horen is hij. Hij heeft zijn kans verspeeld. Ik hoop dat je nooit meer vrij komt.”

“Het geschreeuw in de tram is niet in woorden te omvatten. Rinke is ook mijn held door aan de noodrem te trekken.”

Lisa

Wraking

Dan volgt een onverwachte wending. Mustafa, één van de slachtoffers, heeft een adviseur in de arm genomen: Karim Aachboun. Hij is fiscalist, geen advocaat. Mustafa, die in de rechtszaal geen Nederlands spreekt, heeft drie mensen gered na de aanslag, vertelt Aachboum. Mustafa is verbijsterd over de manier waarop de politie en het OM met hem zijn omgegaan. Ten eerste zou hij niet alle beelden uit de tram hebben mogen zien. Hij zou op drie tramcamera’s te zien zijn, maar later bleken het er meer te zijn. Voor dat misverstand heeft het OM excuses aangeboden. “Waarom doet het OM zo geheimzinnig tegen een slachtoffer? De politie en het OM vertelden hem dat hij hallucineerde!” Het OM wil niet meegaan met Mustafa’s strafeis van poging tot moord, maar houdt vast aan de eigen eis: bedreiging. Op aanraden van de landsadvocaat is daarom een ‘artikel 12-procedure’ opgestart en wilde Aachboun dat de zaak tegen Gökman tijdelijk zou worden stilgezet. “De rechtbank schreef dat er geen verzoek tot aanhouding (tijdelijk stopzetten, red.) was geformuleerd, maar dat wel zo. Daar ziet mijn cliënt zowel u als uw collega-rechters te wraken.” Hij ‘stuurt de rechters weg’. Het OM ziet het in zijn zaak als bedreiging, terwijl hijzelf het gebeurde als poging tot moord ziet. En aangezien de rechtbank dat niet heeft willen veranderen, is de rechtbank nu gewraakt. De juridisch adviseur is geen advocaat, maar fiscalist. Tot grote frustratie van de advocaten en de slachtoffers die zij bijstaan. Het OM heeft de beelden uit de tram bekeken, daarop is iets anders te zien dan Ercan beweert.

Eén van de advocaten van de slachtoffers heeft weinig begrip voor de actie van Aachboun: “Het kan zijn dat je je iets anders herinnert dan dat iets werkelijk is gebeurd. Maar dit is een kansloze actie. Hier bereik je niks mee, alleen maar een persoonlijke frustratie uiten?” Omdat de zitting wordt geschorst, dan kan het zijn dat de uitspraak later wordt geformuleerd, voor de nabestaanden betekent dat dat alles nóg langer duurt.

Rechtbank Utrecht © Bas Dekkers

Als de rechters van de wrakingskamer in de rechtszaal komen, rond half twaalf, zit Gökman weer in het kleine zaaltje met de televisie voor zijn neus. Onderuit gezakt, het lijkt hij of slaapt. Nu is het niet Gökman maar Aachboun die op de plek zit waar normaal gesproken de verdachte zit, recht voor de rechter. Naast hem zijn klant, Mustafa. De voorzitter, meester De Beaufort, en twee andere rechters vormen de wrakingskamer, de gewraakte rechters zijn niet aanwezig en de stoelen van het OM zijn leeg. Volgens Aachboun moet het hele proces tegen Gökman worden stilgelegd, totdat de uitspraak van de artikel 12-procedure bekend is. Omdat hij en zijn cliënt afgelopen maandag 2 maart bij de eerste zittingsdag niet verschenen, is het aanhoudingsbevel niet gegeven. “Ik heb namens cliënt al op 27 februari 2020, dus nog vóór de aanvang, schriftelijk een verzoek ingediend.” zegt Karim Aachboun. “Het risico voor Mustafa is dat dan zijn vordering buiten de strafzaak zou vallen”.

Voorzitter De Beaufort vraagt Aachboun waarom de beslissingen van de gewraakte rechters vooringenomen zouden zijn. “Het gaat om het omzeilen van het aanhoudingsprotocol, niet zozeer om vooringenomenheid. En om de motivering van dat omzeilen” verklaart Aachboun. “Maar ik heb de rechters niets horen zeggen waaruit enige vooringenomenheid blijkt.” zegt André Seebregts, de advocaat van Gökman. De verdachte lijkt in zijn kamertje voor de televisie in slaap gevallen te zijn. Onderuit gezakt, zijn hoofd op zijn schouder. “Wij denken dat Gökman met deze nieuwe, zwaardere strafeis niet lekker zit” zegt Aachboun. Gelach in de perszaal.

Na een korte tijd komt de wrakingskamer terug de zaal in. Gökman slaapt weer of nog steeds. “Het verzoek is ontvankelijk omdat u daadwerkelijk benadeelde partij bent en inderdaad een artikel 12-procedure hebt opgestart. U bent ook op tijd geweest met het indienen. Maar het gaat hier om een procesbeslissing, daar kan de wrakingskamer niets over zeggen.” is het antwoord van de wrakingskamer. De rechters in de zaak T. hebben het wrakingsverzoek niet meteen willen behandelen maar later. Het gaat om het proces en niet om de inhoud van het proces. “Een uitzondering daarop is een blijk van vooringenomenheid van de rechters” zegt voorzitter De Beaufort, maar daar is hier dus geen sprake van. De wraking wordt ongegrond verklaard en wordt afgewezen. De zaak tegen Gökman kan weer verder waar het gebleven was.

Mustafa blijkt toch gebruik te willen maken van zijn spreekrecht, middels een tolk. Maar die moet weer vanuit de kleine zaal, waar Gökman zit, naar boven komen en de zaak wordt wederom geschorst. Gökman wordt gewezen naar het beeldscherm door de agenten om hem heen, maar hij kijkt er niet naar. De agent maakt een T met zijn handen, alsof hij een time-out vraagt. Voor de zoveelste keer wordt de zaak geschorst.

Weer tien minuten later. De tolk is de zaak ingekomen en zit naast Mustafa. Hij stelt prangende vragen in het Turks aan Gökman, vragen waar waarschijnlijk niemand een antwoord op zal verwachten. “Heb je mij herkend, Gökman? Je hebt op me gericht, je wapen geschud en opnieuw op mij gericht. Als het wapen niet had geweigerd was ik nu dood. Wat was je probleem? Als ik dood was, was je dan gelukkiger geweest? Ik wacht op een antwoord, wat was je probleem? Heb je geen wroeging gehad met iemand? Hoe kun je nou met deze pijn verder leven? Er komt inderdaad geen antwoord van Gökman. Alleen een luide gaap. Hij laat duidelijk een wijsvinger zien, tikkend op de tafel.

Karim Aachboun, de fiscalist die Mustafa juridisch bijstaat, vordert een bedrag van in totaal 150.000 euro, veel meer geld dan andere slachtoffers. Op de vraag van het OM hoe Aachboun komt aan dit bedrag wordt door hem een verklaring aangehaald. “Zijn vrouw en dochter, die niet bij de aanslag betrokken waren, willen onder ede verklaren dat de rechercheur heeft gezegd dat Mustafa hallucineert over zijn heldendaden. Dat heeft Mustafa bijzonder aangegrepen. Volgens Aachboun heeft Mustafa drie mensenlevens gered, met gevaar voor zijn eigen leven. Hij voegt eraan toe dat Frans, één van de slachtoffers die door Mustafa zijn gered, christen is. Frans heeft verklaard Mustafa als held te zien, zegt Aachboun. “Om dat te weten is goed voor de Nederlandse samenleving en voor de slachtoffers en nabestaanden. De waarheid moet naar boven komen, want u heeft een fout gemaakt, mevrouw de officier!” Onduidelijk blijft waarop het bedrag van de vordering op gebaseerd is. Hem wordt door de rechter gevraagd de toon te matigen, “want de geluidsversterking werkt prima.” Volgens misdaadverslagever Saskia Belleman, klopt die verklaring niet, bij navraag bij een advocaat van de slachtoffers.

Requisitoir

Dan komt het requisitoir van het OM. Gökman neemt weer plaats in de zaal waar de rechters, de slachtoffers, nabestaanden en hun advocaten en een aantal journalisten zitten. De rechter kijkt nog even terug op de voorbije dagen: “Gökman heeft nu niets gezegd, maar heeft vorig jaar al bekend.”

Het requisitoir is een terugblik op die fatale maandag en de bewijsvoering die de politie heeft gevonden tegen de verdachte. Daarna komt een strafeis tegen Gökman. “Het waarom hebben we niet kunnen vaststellen. De verdachte heeft hier niets over willen zeggen.”

Maandag 18 maart 2019 is een stakingsdag bij NS, bij schoonmakers op Schiphol en trams rijden niet in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Rond half tien verlaat Gökman het huis aan de Oudenoord, waar hij later die dag gearresteerd zou worden. Op camerabeelden is te zien dat hij met de fiets naar het huis van zijn moeder rijdt, er zitten zwarte fietstassen op. Hij stopt onderweg bij een bakker, zet zijn fiets weg in de kelder in het huis van zijn moeder en samen ontbijten ze. Dan loopt hij naar de tramhalte, hij checkt niet in. De tram bestaat uit twee rijtuigen, in het achterste deel zitten dan 16 mensen. De tram begint te rijden. Gökman pakt van onder zijn donkere jas een vuurwapen met geluiddemper en loopt door het gangpad naar voren. Hij richt het wapen op het achterhoofd van een man en haalt de trekker over, maar het wapen weigert. Na nog een paar keer doorladen en weigeren, schiet Gökman uiteindelijk Roos neer die belde met haar werkgever. Ze schreeuwde “What the fuck, ik ben gestoken!” Rinke trekt aan de noodrem, de tram komt tot stilstand. Een paar mensen zitten bij elkaar ineen gedoken, Gökman komt aanrennen en lijkt “Allahu Akhbar” te roepen en schiet iemand neer. Hij rent terug naar de andere kant van de tram. Een passagier opent de deuren van de tram, verschillende mensen springen eruit. Een meisje valt, Gökman schiet op haar maar ze overleeft. Gökman loopt terug door de tram naar de voorzijde, waar de andere passagiers zijn. Als Rinke daar een ruit kapot trapt, de deuren gaan niet open, vluchten verschillende passagiers door het raam uit de tram. Rinke laat anderen voorgaan, daarna vlucht hijzelf. Gökman schiet door het open raam op Rinke. Gökman loopt terug, laadt zijn wapen weer door en verlaat de tram via hetzelfde kapotte raam.

“Ik doe dit voor mijn geloof, jullie maken moslims dood en willen jullie ons geloof van ons afpakken maar gaat niet lukken. Allah is groot”

Tekst op de brief in de auto

Daarna loopt hij op wachtende auto’s af, Het lijkt erop dat Gökman ‘inne miene mutte’ wie hij neerschiet in de auto’s. Mensen stappen uit en proberen te helpen of weg te vluchten. Willem wordt beschoten. Sommigen rennen naar het Esso-benzinestation of de andere kant op. In een leegstaande auto rijdt Gökman weg, deels over de tramrails, in de richting van het benzinestation. Daar rijdt hij over de weg en schiet vanuit het deels geopende raam op mensen die zijn weggevlucht. Dan rijdt hij met hoge snelheid over het fietspad langs een hotel de wijk Oog in Al in. Hoe hij daarna rijdt is onbekend. Dit hele gebeuren nam iets meer dan twee minuten in beslag.

Na de aanslag

Als Gökman zich van de auto heeft ontdaan loopt hij de stad in. Om kwart over elf zien mensen in de Tichelaarslaan de auto staan, de motor loopt nog. Op het dashboard ligt een brief met een geschreven tekst waaruit blijkt dat de aanslag is gepleegd met een geloofsmotief. De brief is gericht aan de verdachte Gökman, er staat in dat hij de cel in moet vanwege een kopstoot aan een gevangenbewaarder in de P.I. Lelystad.

Intussen zijn de beelden uit de tram door de politie bekeken en is een foto van de verdachte gemaakt. Die wordt via internet en de (sociale) media verspreid. Een politieagent en een broer zien de foto en herkennen de tramschutter. Een kort applaus in de rechtszaal volgt, toen bleek dat hij Gökman had aangegeven.

“Ik stond in de tram. Ik kreeg een telefoon van het slachtoffer aangereikt door een politieagent. Ik zag dat er op dat moment iemand belde. In de telefoon stond mama.”

Een verklaring van een hulpverlener in de tram vlak na de aanslag

Snel nadat de 112-medling is gedaan, komt de hulpverlening op gang. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) schaalt de terreurdreiging op van 4 (substantieel) naar 5 (kritiek). Zie ook hier en hier. Minister-president Rutte staakt zijn geplande bezigheden voor die dag en laat zich informeren. Later op die dag geeft hij een persconferentie.

Persconferentie minister-president Rutte, 18 maart 2019 (fragment) © SBS 6, Hart van Nederland

Het hele dossier over Gökman telt meer dan 3.500 pagina’s. Daaruit blijkt dat in het onderzoek, vlak na de aanslag, het Quick Indentification Team (QIT) is ingezet. Zij kunnen heel snel DNA-sporen veiligstellen en een eerste onderzoek doen op de plaats delict. Het vuurwapen, met een geluiddemper, is van het merk Makarov met een kaliber van 9 mm. Dat is een vuurwapen dat tot de jaren ’50 werd gebruikt door het Russische leger. De geluidsdemper had geen merkaanduiding, maar er op was met viltstift een tekst geschreven, net als van het briefje in de auto is ook hier het handschrift onderzocht. De onderzoekers hebben niet kunnen vaststellen hoe Gökman aan dit wapen is gekomen, hij heeft er ook niets over willen zeggen.

Het niet goed functioneren van het wapen tijdens het eerste deel van de aanslag is een punt dat vragen oproept. Tijdens wapentechnische proeven bij het NFI is geen duidelijke verklaring voor het weigeren gevonden. Mogelijk was het wapen vuil of had een slaghoedje een kleine deuk, een zogenaamde ‘indent’. Weer een luide gaap van Gökman, hij strekt zich uit. De vader van Roos denkt wel te weten waarom het wapen weigerde. “Hij is te dom!” Gökmen reageert: “Je moeder is dom!”

“Ik heb vandaag laten zien wat ik allemaal kan. Of moet ik het nog een keer laten zien?”

“Ik wilde laten zien dat jullie niet van diamant, wij niet van zand zijn. Rutte, je zegt: maandag, het is een zwarte dag voor ons. Ik zeg, hé Rutte, het is al twaalf jaar een zwarte dag voor ons. Denken jullie nou echt dat wij niks terug doen? Zolang deze arm en deze hand leeft laat ik geen moslims doden.”

Gökman T. bij verschillende verklaringen bij de Rechter Commissaris en politie

Het ging Gökman om het afdwingen van respect voor moslims, die, volgens hem, worden gedood door niet-gelovigen. Bij observaties worden tegenstrijdigheden in het gedrag van Gökman gezien. Hij leest veel in de Koran en in bladen over de Islam. Hij geeft vrouwen geen hand maar legt wel een hand op de schouder van een vrouwelijke bewaarder. Moslims zouden niet mogen roken, hij doet een poging te stoppen, maar hij begint weer na een week. Ook alcohol en drugs zijn uit den boze, maar hij drinkt en gebruikt.

Hij schudt zijn hoofd als hij door het OM narcistisch genoemd wordt. Volgens de deskundigen heeft Gökman een persoonlijkheidsstoornis en een zwakbegaafd niveau. Gökman kijkt op. Het OM somt op: “Hij heeft een beperkt empathisch vermogen, is grillig en overschat zichzelf, hij is gevoelig voor krenking bij tegenspraak en kritiek. Een religieuze waan lijkt niet aan de orde, maar wel frustraties van zijn eigen tekortkomingen. Gökman is verminderd toerekeningsvatbaar en laat een matige tot hoge recidive zien. Hij toont geen spijt of berouw.”

Nadine Franken, Officier van Justitie (fragment) © AD

Het OM vraagt de rechter het terroristisch oogmerk bewezen te verklaren en eist een levenslange gevangenisstraf voor Gökman. Mocht de rechter ondanks de eis in plaats van levenslang een lange, tijdelijke, gevangenisstraf opleggen, dan is TBS met dwangverpleging een optie maar de mindere intellectuele vermogens van de verdachte maken een goede behandeling lastig. Intellectuele vermogens, ook wel IQ, kunnen niet meer therapie verhoogd worden. Hij heeft de daad bekend, wat doorgaans een strafvermindering kan opleveren, maar nu is geen vraag beantwoord in de strafzaak. Sterker nog: hij geeft aan trots te zijn geweest, daarom zou Gökman geen stafvermindering mogen krijgen.

Het OM acht bewezen:

  • Moord met een terroristisch oogmerk op vier personen
  • Poging tot moord met een terroristisch oogmerk op drie personen
  • Bedreiging met een terroristisch oogmerk o zeventien personen
  • Mishandeling in de gevangenis van Lelystad op gevangenenbewaarder

“De wereld stond tussen mij en Allah in. Ik heb de wereld doodgemaakt.”

Gökman T in de gevangenis tijdens een afgeluisterd telefoongesprek

In het lange betoog van het OM dat beurtelings wordt uitgesproken door de twee officieren, worden de schadevergoedingen toe- of afgewezen per persoon. Dat is in deze zaak een lange zit, omdat er heel veel directe en indirecte slachtoffers, nabestaanden en getuigen zijn. Gökman blijft de hele tijd luid tikken op de tafel, zwijgen en stoïcijns wegkijken, maar niemand reageert daarop. De twee officieren blijven ongestoord doorpraten. “Wij beschouwen verdachte als uiterst gevaarlijk, met een aanzienlijk recidive-gevaar. Wij eisen dan ook een levenslange gevangenisstraf.” Een applaus en gejoel stijgt op uit de zaal. Gökman tikt harder op de tafel. “Naarmate de climax van het betoog naderde, werd het getrommel intenser, meneer T.” merkt de voorzitter op. “Ik snap dat ook wel, het is niet niks, maar daar zetten we ons gewoon overheen”. vervolgt hij. Einde van de één na laatste dag.

Persofficier Bart Nitrauw in gesprek met Messcherp Media over levenslange gevangenisstraf
X