Menu Sluiten

Een Terugblik: Proces dubbele moord te Spaarndam ten einde

Deze week is het precies honderd jaar geleden dat er een einde kwam aan een slepende moordzaak in Spaarndam, bij Haarlem. Het proces was ten einde, maar het is het begin van vele speculaties…

Cornelia en Willem Melchior © NH Nieuws
Cornelia en Willem Melchior © NH Nieuws

Zondagochtend 6 november 1910 voor het huis van Willem Melchior in Spaarndam. De melkboer, meneer Blom, komt langs om lege melkflessen op te halen. Aanbellen bleef vruchteloos, er werd niet opengedaan. Als de melkboer dan de deur van de schuur opent krijgt hij de schrik van zijn leven. Willem Melchior ligt op zijn zij, zijn blauwe boezeroen rood gekleurd van het bloed. Met een angstige uitdrukking op zijn gezicht ligt hij op de grond. Het lijkt er sterk op dat Willem zich fel heeft verzet. Kee ligt dood in de keuken, tussen een paar stoelen, haar gebit ligt in een plas bloed. Ze draagt haar nachtkleding. Boven haar, aan de muur, hangt een scheurkalender die 6 november aanwijst. Willem en Kee zijn bewusteloos geslagen en doodgestoken.

Willem en zijn zus Kee, of eigenlijk Cornelia, leven een teruggetrokken bestaan, in het kleine stadje onder de rook van Haarlem. Het verhaal gaat dat Kee niet wil dat haar meubels vies worden, daarom komt er nooit iemand op bezoek. Willem en Kee hebben geen vrienden, maar ook geen vijanden. Willem is 67 jaar, zijn zus een jaartje jonger. Willem is weduwnaar, zijn vrouw Aaltje stierf in 1884. Hij en zijn zus wonen in een klein huis aan het einde van de dijk, vlakbij het bruggetje bij een sluis tussen het IJ en de Spaarne. In de schuur naast het huisje lopen kippen en daar kan Willem naar hartenlust timmeren. Willem, ooit was hij zeilmaker, werkt al 22 jaar als ‘gemeenteontvanger’; hij int de gemeentelijke belastingen. Zijn huis is ook zijn kantoor. Hij heeft een dochter, een hoofdverpleegster in Amsterdam, en een zoon. Hij heeft als goedverdienende houthandelaar in Aalsmeer een auto.

Ook al leefden Willem en Kee teruggetrokken en kenden ze eigenlijk niemand uit de buurt, toch dacht de politie dat er op zaterdagavond iemand op bezoek moet zijn geweest want in de woonkamer staan drie kopjes en een asbak met drie sigaren op tafel. Het geldkistje voor het gemeentegeld is leeg; er zou zo’n 1250 gulden in gezet hebben, een flink vermogen. Maar in de kast ligt nog een aardig bedrag, het lijkt erop dat de moordenaar zichzelf weinig tijd heeft gegund het huis te doorzoeken. Als de zoon van Willem hoort van wat er met zijn ouders is gebeurd, komt hij direct naar Spaarndam. Blom is niet meer in staat zijn ronde af te maken, een familielid doet dat voor hem.

Al snel wordt duidelijk dat de moord niet gepleegd is door een beroepsmisdadiger. Het mes, waarmee Willem en Kee zijn doodgestoken was van de slachtoffers zelf. Daaruit concludeerde de politie dat er geen mes was meegebracht. In het café, dat bijna naast het huis van Melchior staat, heeft niemand iets gehoord. Opmerkelijk, omdat de grammophoon, een platenspeler, het die avond niet doet en er toch een hoop lawaai uit het schuurtje en het huis moet zijn gekomen. De postbode heeft Willem op zaterdagavond rond een uur of acht nog een brief gegeven. De rechter-commissaris die het onderzoek leidt, Mr. Hoyer, gaat ervan uit dat Willem en Kee op die zaterdagavond moeten zijn omgebracht.

De aangifte van overlijden van Willem en Cornelia Melchior © Noord-Hollands Archief, aktenummer 37
De aangifte van overlijden van Willem en Cornelia Melchior
© Noord-Hollands Archief, aktenummer 37

Als de melkboer zijn verhaal doet aan de veldwachter, herinnert hij zich dat toen hij het huis binnenliep er achter hem wat mensen het huis binnen waren gelopen. Het is niet ondenkbaar dat één van hem het mes ook had aangeraakt. Of in de plassen bloed moet zijn gestapt.

Er worden twee Amsterdammers gearresteerd, Gerrit en Joop. Maar zij kunnen hard maken dat zij niets met de moord te maken hebben en worden weer weggestuurd. Politiehonden werden ingezet om de verdachten te vinden. Eén van hen sprong het water in en terstond werd dat gedeelte ingedamd voor nader onderzoek. Zonder resultaat. In de buurt zingt een verhaal rond over Alfons Maas, een arme man die met zijn gezin geen cent te makken had. Toch kon hij plotseling een groot feest geven. Getuigen hebben gezien dat een politiehond tijdens het onderzoek het erf van de familie Maas opliep. Maar kwam er geen diepgravend politie-onderzoek, er was te weinig aanleiding vond men.

De plattegrond van het huisje van Willem
De plattegrond van het huisje van Willem

Ongeveer een minuut of acht lopen van het huis van de Melchiors, staat het huis van de in de buurt bekende Dirk Roza. De werkschuwe twintiger woont in bij zijn stiefvader Pieter van der Vijgh. Een van de speurhonden gaat zitten bij de bedstee waar Dirk gewoonlijk slaapt. Hij wordt diezelfde dag nog gearresteerd in een café in de buurt. Pieter en Dirk zijn beiden bekenden van de politie en samen worden ze meegenomen voor verhoor.

Pieter ontkent. Volgens hem had hij het lichaam wel gezien en had hij ook het mes aangeraakt toen hij met de melkboer mee naar binnen liep. Daarom liepen de honden naar zijn huis. Maar hij had de heer Melchior en zijn zus niet vermoord. Maar zijn pleegzoon Dirk… Hij had kort geleden in een dronken bui het tuinhekje van Willem vernield, ze hadden erover ruzie gekregen. En als Dirk weer eens dronken was kon hij behoorlijk agressief worden. De verdenkingen tegen hem worden steeds groter. Op de avond van de moord had de sluiswachter hem nog zien staan bij de brug. Toen de sluiswachter hem vroeg of hij niet naar de overkant moest, had Roza geantwoord: “Nee, de politie loert op mij.” Dirk moet nog een straf uitzitten wegens openbare dronkenschap.

De Grote Sluisi n Spaarndam, 1913. Willem's huis is het laatste huis links, met gedeelteijk zichtbaar, de schuur. © Noord-Hollands Archief, inventarisnummer NL-HlmNHA_162_2607_018
De Grote Sluis in Spaarndam, 1913. Willem’s huis is het laatste links, met gedeeltelijk zichtbaar, de schuur. Voor het huis staat het houten hekje waar Willem en Dirk ruzie over hadden. Het café bijna naast het huis wordt druk bezocht © Noord-Hollands Archief, inventarisnummer NL-HlmNHA_162_2607_018

Dirk Roza wordt gearresteerd en naar het Huis van Bewaring in Hoorn overgebracht. Maar daar is verzet tegen. Zijn moeder, maar ook andere inwoners van Spaarndam, denken niet dat de luie Roza iemand kan vermoorden. “Het is een dronkaard, net als zijn vader” zegt zijn moeder. De 25-jarige jongen is de kostwinner van het gezin. Hij is visser. Geliefd is hij zeker niet, men noemt hem ook wel ‘de pisbak van het dorp’. Bewijzen tegen Roza zijn er, maar twijfels ook. Hoe zou de bange Roza ooit zijn binnengekomen bij de Melchiors, die de deur nimmer voor hem zouden opendoen? Dirk zou het nooit durven zichzelf in de schuur van Willem te laten opsluiten. Dirk had op de avond van de moord geen bebloede kleren. Hij kon geen andere hebben aangetrokken, omdat hij maar één paar had. En de kleren van zijn broertje paste hij niet. Ook het nagelvuil van Dirk waren geen aanleiding tot verdenking. En hoe kan het dat de straatarme familie Maas opeens geld voor een groot feest had? Ze konden zelfs een varken slachten! Maar de politie krijgt het bewijs tegen het gezin van Alfons niet rond.

Dirk Roza wordt op 18 januari 1922, twaalf jaar na de moord dus, door het Hof in hoger beroep definitief vrijgesproken van de moord op Willem en zijn zus. De eis was levenslang. Op 10 november 1910 werden Kee en Willem ter aarde besteld. De moord op Willem en Kee is nooit opgelost. Nog altijd is het gissen naar de dader(s) en de motieven. Al een eeuw lang doen verschillende verhalen de ronde. Het wordt niet voor niets ‘Het Mysterie van Spaarndam’ genoemd.

Verdachte Dirk Roza © Stadsarchief Amsterdam
Verdachte Dirk Roza © Stadsarchief Amsterdam
X